Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij zullen [29]niet leren, een iegelijk zijn naaste, en een iegelijk zijn broeder, zeggende: Ken de Heere; want zij zullen Mij [30]allen kennen van den kleine onder hen tot den grote onder hen. 29. Namelijk met woorden of met schriften alleen, gelijk in het verbond der wet geschiedde, maar zij zullen vooral van God [namelijk door zijn Geest] geleerd zijn, gelijk Christus spreekt Joh.6:45,65, die nochtans met zijn eigen mond hun ook het Evangelie predikte en tot de kennis Gods vermaande. Dit wordt dan niet volkomen of geheel ontkend, maar bij vergelijking van de manier van onderwijzing, die in het Oude Testament geschiedde, gelijk zulke wijzen van spreken meermalen voorkomen. Zie voorbeelden daarvan Joh.5:30,45; 1 Thess.4:9. 30. Namelijk die het van God zullen geleerd hebben, gelijk Christus getuigt in de voormelde plaats, Joh.6:45. Want, dat hier alleen gesproken wordt van de zaligmakende kennis, en van het waarachtig geloof, blijkt uit vs.12, dewijl de zonden in het nieuwe verbond niemand worden vergeven dan door het waarachtig geloof, Rom.3:30. Sommigen nemen dit van den stand van het toekomende leven, waar geen uitwendig onderwijs meer van node zal wezen, wanneer wij hem zullen zien van aangezicht tot aangezicht, 1 Kor.13:11; 1 Joh.3:2. Doch uit het gehele oogmerk van den apostel blijkt dat deze beloften alle uitverkorene gelovigen des Nieuwen Testaments ook in dit leven aangaan.